In 1703 vermeldt Hendrik van Oosten maar liefst 189 appelvariëteiten, 116 soorten peren, 26 verschillende pruimen, 51 soorten ‘karssen’, 30 soorten druiven en zelfs 15 soorten perziken in zijn ‘Register van alle de Soorten der voornaamste Vrugten’, de eerste gedrukte kwekerscatalogus.
Hendrik van Oosten was een gerenommeerd boomkweker (entenier) en hovenier. Samen met zijn broer Pieter had hij een enterij van bijna 2 hectare op Roomburg, aan de Hoge Rijndijk tussen Leiden en Zoeterwoude. Alle genoemde soorten had hij ‘gevonden, en op sijn tijd gesien en geproeft konnen werden’. De broers entten zelf en kochten in bij onder andere de Boskoopse boomkwekers. Het resultaat: een zeer divers aanbod.
Biodiversiteit: hoeveel oude appelrassen hebben we nog?
Als we inzoomen op de appels: niemand weet hoeveel appelrassen in Nederland staan of hebben gestaan. Vaak kende men in verschillende regio’s dezelfde vruchten onder andere namen. Al met al waren er vroeger vermoedelijk duizenden variëteiten. Men teelde toen ook specifiek met het oog op bereidingswijze: stoven, drogen, voor moes of taart.
Wie nu op zoek gaat naar een appelboompje voor in de tuin, heeft bij het tuincentrum keus uit een stuk of 10-15 rassen en bij veel boomkwekerijen uit enkele tientallen.
Het Nederlands Fruit Netwerk, een groep pomologen, liefhebbers van oude fruitrassen en het Centre for Genetic Resources, the Netherlands (CGN) zetten zich in voor het behoud van oude Nederlandse rassen als levend erfgoed. Ze vormen een belangrijke bron van genetische diversiteit. Het CGN heeft een veldcollectie, een appelboomgaard, waar oude variëteiten geënt worden op nieuwe onderstammen.
Uniek in smaak en meer fytochemicaliën
Meer lezen? Het Platform Historische Moestuinen vertelt over Hendrik van Oosten en het Register der Voornaamste Vrugten. En Lenneke Berkhout schreef het uitgebreide artikel ‘De beste en kundigste enteniers van geheel Europa’ over de bloeiende internationale handel van boomkwekers uit de 18e eeuw.