Wist je dat het Westland, onze kassencultuur en onze wereldwijd toonaangevende zaadveredelingsbedrijven al in de zeventiende eeuw hun wortels vinden? Indertijd werden bij de talloze buitenplaatsen en landgoederen moestuinen, boomgaarden en kwekerijen aangelegd. Zo had men een veelheid aan gezonde groenten, kruiden en fruit uit eigen tuin. In ‘Cruydtboeken’ uit die tijd vind je al tientallen verschillende soorten sla.
Intussen trof men op andere continenten tal van onbekende gewassen. Het werd een enorme rage om op de buitenplaatsen zulke planten en bomen te verzamelen. Maar konden fruit en groente uit warme klimaten ook in ons land geteeld worden? Er werden technieken bedacht om kassen te verwarmen, mét de juiste luchtvochtigheid. Met muren in allerlei vormen werd plaatselijk extra warmte gecreëerd waarin mediterraan leifruit uitstekend kon gedijen. En in een oranjerie konden kwetsbare bomen en planten overwinteren.
Het tuinieren kreeg wetenschappelijke ambities en ging hand in hand met technische vindingen. De kennis die het tuinpersoneel opdeed, gebruikte het gaandeweg ook in eigen bedrijven. Zo groeide de tuinbouw door, ook toen de luxe buitens in verval raakten.
Enkele tuinen zijn afgelopen jaren in ere hersteld. En in veel oude buitenplaatsen zijn nog structuren van die oude tuinen terug te vinden. Nu er zoveel initiatieven zijn om lokaal en kleinschalig te gaan telen, komen ook die oude tuinen weer in beeld. Hoe mooi zou het zijn om ook daar te kunnen gaan stadstuinieren?
Inventarisatie van historische moestuinen in Hollands Buiten
Komende maanden inventariseert Taco IJzerman zo’n 70 buitenplaatsen in Zuid-Holland. Het onderzoek wordt begeleid door Dorothée Koper – Mosterd, Carla Scheffer en Hennes Claassen, vanuit hun brede ervaring met historische tuinen bij buitenplaatsen.
Je leest meer over dit onderzoek bij Erfgoedhuis Zuid-Holland